Voor de maand augustus zijn een stel gevaarlijke planten verkozen als woonplanten van de maand: vleesetende planten. Spinnetjes en insecten worden door het grillige en kleurrijke uiterlijk aangetrokken door de plant. Vervolgens worden ze als voeding gevangen en verteerd door de planten. Een mooi verhaal, maar ook een mooie aanwinst voor in huis.

Er zijn eigenlijk drie bekende vleesetende planten, de venusvliegenvanger, de zonnedauw en de bekerplant. Met namen de manier van insecten vangen verschilt nogal. Zo gebruikt de venusvliegenvanger vangbladeren, die supersnel dichtslaan. De zonnedauw heeft bladeren met tentakels waar de insecten aan blijven plakken. De bekerplant gebruikt tenslotte bekers die aan het uiteinde van het blad hangen. Daar zit een nectar in die de prooi aantrekt en vervolgens glijden ze over een was zo de beker in. In twee dagen tijd worden de beestjes verteerd door het zuur in de plant.

In het wild vind je deze planten met name in vrij vochtige gebieden met ene stikstofarme bodem, zoals moerassen. Bijna op alle continenten kun je ze wel tegenkomen, maar met name in Zuidoost-Azie groeien er veel.

De meeste vleesetende planten houden van volle zon en drinken het liefst regenwater of zacht kraanwater. Zet de planten in een zure, moerasachtige grond. Het fijne aan planten die hun eigen voeding vangen is dat je ze geen extra voeding hoeft te geven. Extra vlees geven is ook geen goed idee, want de vallen gaan daarvan rotten. Dode en bruine blaadjes kun je het beste weghalen.

Beelden via:

Mooiwatplantendoen.nl